Tijdschrift voor Media en Communicatierecht

EHRM 8 maart 2016, nr. 25721/04, Rusu/ Roemenië

Art. 10 EVRM • Eer en goede naam • Rectificatie

In een Roemeense krant wordt een van de Roemeense autoriteiten afkomstig opsporingsbericht gepubliceerd t.a.v. X. X wordt verdacht van diefstal van televisies en een geldbedrag van 17 miljoen Roemeense Lei. De vader van X bericht de krant kort daarna dat het opsporingsbericht niet juist kan zijn, omdat X t.t.v. de vermeende diefstal niet in het land was. Kort daarna wordt het opsporingsbericht door de Roemeense autoriteiten teruggetrokken, omdat het op een vergissing bleek te berusten. X start een procedure tegen de krant wegens schending van zijn eer en goede naam. Daarbij speelt o.m. een rol dat de krant het intrekken van het opsporingsbericht in een opvolgende publicatie niet onder de aandacht heeft gebracht. Alleen de brief van de vader van X is gepubliceerd en de krant achtte de zaak daarmee afgedaan. Hiermee is volgens het Hof niet voldaan aan de verplichting om onjuiste informatie duidelijk en expliciet recht te zetten. Geen schending van art. 10 EVRM.